Smartphonemerken strijden om je aandacht in de elektrozaak om de hoek

Iedereen springt in het gat dat Huawei achterlaat

Yorick Dupon
5 min readMay 12, 2021
De Xiaomi shop-in-shop in de Brusselse Fnac (Foto: Xiaomi België)

Vandaag opent technologiebedrijf Xiaomi haar eerste ‘winkel’ in België. Het gaat om een zogenaamde shop-in-shop in de Fnac van de Brusselse Galerie Toison D’Or. Met deze eerste fysieke aanwezigheid in ons land wil het bedrijf tonen dat het menens is. De strijd om te bepalen wie Huawei zal vervangen in ons land, als derde, groot smartphonemerk naast Samsung en Apple, is geopend.

De afgelopen jaren waren opvallend volatiel voor de Belgische smartphonemarkt. Nokia lanceerde krachtig, maar is ondertussen tot stilstand gekomen. LG besloot dit jaar definitief de stekker uit de smartphonedivisie te trekken. En natuurlijk is er het hele debacle rond Huawei, dat de verkoop van telefoons volledig heeft doen kelderen. Ondertussen hebben Oppo en Xiaomi officieel duidelijk gemaakt dat ze in ons land de markt willen veroveren.

Die laatste doet dat vandaag met hun shop-in-shop in Brussel. Zo’n eigen voet aan de grond is een typisch signaal van een technologiemerk dat het menens is. Apple is daar natuurlijk het schoolvoorbeeld van, maar ook Huawei en Samsung openden in ons land winkels of customer experience centers.

Richard de Borst, directeur van Xiaomi Benelux (Foto: Xiaomi)

Ik sprak enkele dagen voor de opening via Zoom met de directeur van Xiaomi Benelux Richard de Borst over de toekomstplannen qua fysieke winkels. “We zijn druk bezig om naast onze smartphones ook onze ecosysteemproducten in de markt te zetten. Denk aan de elektrische step, de luchtreinigers, de weegschaal, de slimme klokken, … Een van de uitingen daartoe is de shop-in-shop met Fnac die we volgende week openen. Daar zie je een combinatie van smartphones en die ecosysteemproducten”, vertelde de Nederlander me.

Een verkoper van Fnac aan het werk in de Xiaomi shop-in-shop (Foto: Xiaomi)

Dat is niet onbelangrijk voor een ‘nieuw’ merk als Xiaomi: “Als de consument je niet ziet, dan zal die niet overwegen om iets van je merk te kopen.” In de toekomst kunnen we meer verwachten op vlak van retail. “Het wordt verwacht dat Xiaomi een of meerdere eigen winkels in België opent, maar ook zeker meerdere shop-in-shops. We willen ook bij andere grote ketens meer zichtbaarheid creëren door middel van speciale tafels waarop onze producten te zien zijn.”

Hoewel Oppo hier nog geen eigen winkel heeft geopend, is de aanpak qua winkels vergelijkbaar met die van Xiaomi en andere smartphonefabrikanten. “Wij zetten echt in op samenwerkingen met bestaande winkels, denk aan Vandenborre, Krëfel, Mediamarkt. We willen dat ook sterker maken zodat we visibiliteit hebben. Bijvoorbeeld in een Oppo-hoek met een verkoper ernaast, die de consument informeert over ons assortiment”, vertelt de Belgische Country Manager Dirk Pauwels. “We geloven dat we de gemiddelde consument het best bereiken via een nauwe samenwerking met bestaande ketens.”

Dat de nieuwelingen hier zijn om te blijven is duidelijk. Zo kon Richard de Borst van Xiaomi Benelux me vertellen dat er ondertussen zo’n 25 mensen werken voor het bedrijf in de Lage Landen, waarvan de helft lokaal en daarvan 50/50 Belgen en Nederlanders. Er wordt ook aangeworven, wat logisch is na de explosieve groei van vorig jaar.

Dirk Pauwels van Oppo België is blij met een grote toename in smartphoneverkoop op korte termijn, maar het bedrijf heeft ook plannen verder in de toekomst: “We willen het merk naar voren schuiven en partnerships ontwikkelen. Ook met winkels willen we intensief samenwerken. We geloven dat we de dingen meteen juist willen doen. Dat betekent dat in het begin de dingen wat trager gaan. Op langere termijn hebben we zo een betere positie.”

Beide smartphonemerken hebben een breed portfolio, met smartphones van onder de 200 euro tot ruim meer dan 1000 euro. Toch valt het op dat Xiaomi een heel jaar lang het ene na het andere goedkope model aankondigt. Oppo lijkt voor meer focus te kiezen, dat merk je onder andere aan de nadruk op de Find-smartphones in reclamecampagnes. De Oppo Find X3 Neo, de goedkoopste telg in die reeks, start pas aan 450 euro. Wat is er dan belangrijker voor een smartphonemerk: een groot aantal goedkopere toestellen verkopen of eerder minder maar duurdere modellen aan de man brengen?

Volgens een goede bron met jarenlange ervaring in de telecomsector, die niet met naam genoemd wil worden, heb je beide nodig. Als smartphonefabrikant wil je aan de ene kant een kritische massa bereiken. Door grote volumes aan smartphones over de toonbank te laten gaan, krijg je een hefboom bij partners zoals winkelketens en telecomoperatoren. Die kunnen je helpen meer aandacht te vestigen op het merk, door middel van reclamecampagnes of meer fysieke ruimte in de winkel. Aan de andere kant moet je met de duurdere modellen, waar meer winstmarge op zit, kosten als marketing mee betalen.

De Oppo Find X3 Pro (Foto: Bram Vandewalle)

Bij Oppo gebruiken ze de duurdere modellen als de Find X3 Pro als eyecatcher. “Meespelen in de high-end is een statement van technologie, van mogelijkheden. Het is een uitstalraam en je kan ermee het beste aanbieden aan de consument”, zegt Dirk Pauwels.

Het is echter ook belangrijk voor de zakenpartners van het bedrijf: “Als je enkel low-end smartphones kan aanbieden, ben je misschien niet interessant om mee te gaan in campagnes die operatoren belangrijk vinden. Je brengt zo ook de gemiddelde verkoopprijs naar boven”, aldus Pauwels. Dure smartphones verkopen is niet genoeg voor een smartphonemerk. Oppo wil ook “in de breedte de consument bereiken, vandaar dat je sterke smartphones moet hebben die tussen de 200 en 500 euro kosten”, vertelt de Country Manager.

Vult Xiaomi of Oppo het gat dat Huawei achterliet? Ze zullen er in ieder geval alles voor in de strijd gooien. Bij je volgende bezoek aan een elektronicawinkel word je misschien niet alleen aangesproken door een verkoper van Proximus, maar ook door mensen die je Oppo- of Xiaomi-producten willen verkopen.

En of er een grote derde speler komt op de Belgische smartphonemarkt naast Samsung en Apple? Dat kan wel eens saaier worden dan wij technologiejournalisten zouden willen. “Samsung en Apple profiteren het meest van het gat dat ontstaan is”, aldus de bovengenoemde bron uit de Belgische telecomsector. Dirk Pauwels van Oppo beaamt: “Je ziet dat alle Android-spelers een graantje willen meepikken van het wegvallen van Huawei. En Samsung probeert daar ook zijn deel van mee te nemen.”

--

--